Om te beginnen, moeten we uitleggen hoe het Nederlands belastingstelsel werkt. Daarna zullen we in gaan op de fiscale aspecten van de STAK.
In Nederland zijn de belastingen opgedeeld in drie boxen (genaamd box 1, box 2 en box 3), elk met hun eigen regels en tarieven.
Box 1 betreft het inkomen uit werk en de woning. Dit omvat salarissen, winst uit een eenmanszaak, en inkomsten uit de eigen woning. Het inkomen in deze box wordt progressief belast, met tarieven die variëren van 36,97% tot 49,50% in 2024. "Progressief belast" betekent dat het belastingpercentage stijgt naarmate het inkomen hoger is.
Box 2 gaat over het inkomen uit "aanmerkelijk belang". Dit is van toepassing als iemand minimaal 5% aandelen bezit in een vennootschap/bedrijf. De winstuitkeringen, zoals dividenden, en de verkoopwinst van deze aandelen vallen onder box 2. Het tarief voor box 2 is een vast percentage, dat in 2023 24,50% bedraagt. Dit systeem moedigt ondernemers aan om te investeren in hun bedrijven, maar zorgt ook voor een eerlijke verdeling van belastingdruk op hogere inkomens uit kapitaal.
Box 3 behandelt het inkomen uit sparen en beleggen. Hierin wordt het vermogen belast dat niet direct voortkomt uit werk of aanmerkelijk belang. Dit omvat spaargeld, beleggingen, en onroerend goed (niet zijnde de eigen woning). In box 3 wordt er niet belast op het werkelijke rendement, maar op een fictief rendement, afhankelijk van de omvang van het vermogen. Dit fictieve rendement wordt vervolgens belast tegen een vast tarief van 36%. Het doel van box 3 is om vermogen te belasten, terwijl spaarders en beleggers toch worden gestimuleerd om hun kapitaal productief in te zetten.
Momenteel zijn er in box 3 drie categorieën die verschillend belast worden.
Categorie | Forfaitair rendement/rente |
---|---|
Banktegoeden | Nog niet bekend |
Overige bezittingen | 6,04% |
Schulden | Nog niet bekend |
Wanneer de certificaathouder minder dan 5% van de aandelen bezit, vallen de inkomsten in box 3. Zoals aangegeven is het onduidelijk hoe de box 3 regels de komende jaren gaan veranderen. Daarentegen kunnen werknemers ook een eigen holding opzetten, waar de certificaten in terecht komen. In dat geval zullen de winsten van de certificaten in box 2 belast worden.
Als de STAK minder dan 5% van de aandelen in het bedrijf heeft, geldt de deelnemingsvrijstelling niet. Dat betekent dat de STAK vennootschapsbelasting moet betalen over de winsten die het ontvangt. Dit zonde, daarom kijken wij altijd naar de mogelijkheid om winstrechtloze aandelen uit te keren aan de STAK, zodat het aandelenbelang altijd boven de 5% uitkomt. Dit scheelt behoorlijk in de VPB belasting en wat werknemers uiteindelijk dus ontvangen.
Neem contact met ons op om jullie situatie te bespreken.
Een STAK kan fiscaal aantrekkelijk zijn, maar het is belangrijk om de regels goed te begrijpen en na te leven. Door de complexiteit is professioneel advies vaak onmisbaar. Met de juiste aanpak kan een STAK een waardevol instrument zijn voor vermogensplanning en bedrijfsstructurering. Wilt u meer weten over specifieke aspecten van de fiscale behandeling van een STAK? Neem vandaag nog contact met ons op.